Nieuws

Rechter: reëel gevaar dat het verschoningsrecht in meerdere strafrechtelijke onderzoeken is of wordt geschonden

22 mrt 2022

De voorzieningenrechter in de rechtbank Den Bosch heeft vandaag uitspraak gedaan naar aanleiding van het kort geding dat in januari door advocaten  van Stibbe (“Doorenbos c.s.”) tegen de Staat der Nederlanden is aangespannen. De NVJSA heeft zich, zoals eerder gecommuniceerd, bij dit kort geding aangesloten. Onderwerp van dit kort geding is de werkwijze van het OM en de FIOD bij de toepassing van (bijzondere) opsporingsbevoegdheden en de in dat kader inbeslaggenomen (potentiële) vertrouwelijke (e-mail)correspondentie tussen advocaten en hun cliënten.

De voorzieningenrechter heeft de Staat – kort gezegd – onder meer geboden om in zaken waarin Doorenbos c.s. optreden te handelen in overeenstemming met het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken en zorg te dragen voor vernietiging van geheimhouderstukken. Voorts is de Staat geboden om toekomstige versies van de handleiding waarin de onrechtmatige werkwijze was neergelegd, volledig openbaar te maken. 

Hoewel nog altijd onduidelijk is wat nu exact de werkwijze van de Staat is ten aanzien van (potentieel) verschoningsgerechtigde informatie in op grond van de artikelen 126ng/ug Sv in beslag genomen voorwerpen, is “op basis van de in bovenstaande overwegingen geconstateerde tegenstrijdigheden de stelling gerechtvaardigd dat er op zijn minst een reëel gevaar is dat het verschoningsrecht in meerdere strafrechtelijke onderzoeken is of wordt geschonden”, aldus de voorzieningenrechter.

De NVJSA heeft met instemming kennisgenomen van de ondubbelzinnige wijze waarop de voorzieningenrechter het signaal heeft gegeven dat de Staat het verschoningsrecht dient te respecteren. De NVJSA en NVSA zijn evenwel op formele gronden niet-ontvankelijk verklaard in hun eigen vorderingen, terwijl ook diverse andere vorderingen van Doorenbos c.s. zijn afgewezen. De NVJSA zal zich in overleg met onder meer de NVSA beraden naar aanleiding van deze beslissingen. Over eventuele vervolgstappen, bijvoorbeeld een door een van de partijen in te stellen hoger beroep, zal nader worden gecommuniceerd.